REISVERSLAG VAKANTIE 2011

Door fysieke omstandigheden zouden we pas in 2011 met de Freya onze eerste flinke reis gaan maken. Waarvan hier een persoonlijk verslag.


VAKANTIE 2011

28 mei 2011
Het is nu zaterdag en we zijn min of meer klaar voor onze eerste flinke vakantie sinds 3 jaar. De afgelopen dagen hebben we het schip ingeruimd en een propvol geladen auto weggewerkt.  Bijna probleemloos verdween alle voorraad in ons scheepje, we hadden dat niet verwacht. En passant een lekkende waterpomp die voor paniek zorgde , gerepareerd met flinke hulp van Hans de havenmeester.
Daarna nog wat kleine klusjes waarbij de bootsman haar vinger tegen een draaiende boor hield en waarbij de kapitein solidair in zijn eigen duim boorde. Allemaal zonder ernstige gevolgen. Daarna thuis nog allerlei zaken geregeld  zodat we er nu wel (bijna) klaar voor zijn. Zondag morgen om 05.00 uur Nol en Peter uitgezwaaid  die vertrokken naar Italië.
OP dinsdag was het dan zover. We gingen om 11.30 uur weg na bij de bakker en de bloemenman de laatste inkopen te hebben gedaan. Toch nog twe keer naar de boot heen en weer met de steekwagen om de laatste spullen aan boord te brengen. Met veel moeite alles opgeborgen   en om 5 uur ´s middags starten we de motor. Veel geluid, geen water uit de vernieuwde waterpomp. Rara hoe kan dat, niet geaarzeld meteen deskundige hulp van Hans ingeroepen  en die ontdekte al vrij  snel dat de vorige monteur een essentieel onderdeeltje in het nieuwe schoepenrad was vergeten aan te brengen waardoor het niet meedraaide. (“Hoe kon ik dat weten”, riep de monteur nog vertwijfeld, maar Hans bleef heel aardig en zei :”Ik zeg niets want Annette is er bij”. ) Al met al was het duidelijk wie hier de boerenlul was.
Toen we alsnog vertrokken was het zes uur en zeilden met een mooi windje naar Kornwerderzand waar bij ons zwaar beladen scheepje soms hele stukken meer dan 7 knoop liep. Heel rustig overnacht en de volgende dag naar Leeuwarden. Een rustig tochtje door de Harlinger trekvaart en in Leeuwarden  lagen Gert en Rea al op ons te wachten, gezellig samen gegeten en op Hemelvaartdag naar Dokkum gevaren over de mooie Dokkumer Ee. Mooi plekje aan de steiger, met internet! De volgende dag , 3 juni zijn we naar Zoutkamp gevaren, recht tegen de wind die vrij fors was. Mooi plekje in de haven en de volgende dag op weg naar Groningen. Er ontstond een spontaan konvooi met schepen die dezelfde weg opgingen. De bruggen draaiden allemaal redelijk vlot maar in de stad ging het heel erg traag en op een gegeven moment (16.00 uur) riep de brugwachter:”Volgende brug om half zes”. Vastmaken en geduldig wachten, maar om half zes konden we inderdaad verder naar de jachthaven bij het centrum. Mooi plekje.
6 juni vertrokken we om 10.30 uur maar de eerste brugwachter zat nog in de stad en was pas 11 uur op zijn post. Ook de volgende bruggen gingen zeer traag. Eenmaal op het Van Starkenborgh kanaal waren er geen problemen meer. In Delfzijl lagen we weer wel drie kwartier voor de sluis. Mooi plekje in de haven, diesel per tankje opgehaald  en we zijn klaar voor Norderney. Aanlooproute op een papiertje gezet , de bootsman ging zich met de navigatie bemoeien en bleek gelijk te hebben op een cruciaal punt. Grote rampen zijn ons daardoor bespaard gebleven. Mooi op tijd. De tocht over het wad verliep buitengewoon voorspoedig. De havenmeester raadde aan om 1 ½  uur na laagwaterweg te varen en rustig naar het eerste wantij(Oostereems) te varen. Daar gleden we overheen en  en de tocht over Memmert Fahrwasser ging prima, alle boeien waren goed genoteerd  en veilig kwamen we op Norderney. De volgende dag regen en geen wind dus wij bleven liggen. Rea en Gert gingen door naar Cuxhafen. De volgende  dag prachtig weer met SW 4/, 5 later W afnemend, dus een compleet voordewinds rak van  50 mijl. Uitgeboomd, maar de uitschuifboom hield het niet helemaal en het lijntje knapte. Later bleek een geleidertje geknapt te zijn waardoor het lijntje over het scherpe aluminium ging. Bij Cuxhafen motor aangezet zodat de sluis van Brunsbüttel  nog gehaald kon worden. Daar lagen al veel jachten te wachten, dus lang zou het niet meer duren en dat klopte. Sluizen ging probleemloos, hoewel de bootsman een zeebeertje dacht te zien. Aangelegd bij een steiger een eindje van de sluis en dat ging ook goed. Ondanks vermoeidheid onrustig geslapen door het geraas van schroeven. Volgende dag, 10 juni, om 8 uur vertrokken en een rustige tocht naar Rensburg, alwaar twee wassen werden gedaan, boodschappen gehaald in nieuwe supermarkt en gegeten bij Riverside.
French coffee aan boord gedronken en we zijn klaar voor de komende dag. Op naar Holtenau, ons vertrouwde plekje aan de steiger.
Bericht naar onze volgers:
Ahoi allemaal.
Het is nu 14 juni en we liggen in  Gedser, zuidoost Denemarken. Van Delfzijl zijn we over het Duitse wad naar Norderney gevaren, daar een dagje in de regen blijven liggen en daarna een mooie zeiltrip over de Noordzee naar Brunsbüttel  gemaakt. Vervolgens door het Kielerkanaal naar Rensburg, voordelig gegeten bij Riverside, en de volgende dag door naar Holtenau waar de havenmeester de volgende ochtend om 7 uur op de boot stond te bonken om 10 euro te innen. Daar werd ik niet vrolijk van. Wij zijn die maandag naar Heiligenhafen gevaren waar we 's avonds voor anker zijn gegaan en de volgende morgen tegen de wind in naar Gedser. Het ging zeer moeizaam, rare golven en weinig wind, dus veel vaart zat er niet in. Stukje met  de motor totdat de zee wat aangenamer werd. De wind draaide pal tegen dus het werd een latertje voordat we zaten te eten.
Geen woeste zaken tot nu toe, het gaat kalm aan. Vandaag zijn we lekker blijven liggen en de boel weer een beetje georganiseerd. O.a. Diesel getankt (50 liter voor 600 Dkr. Dat is ongeveer 91 Eurootjes). Blij dat we nooit verder gegaan zijn met onze motorbootplannen.
Hartelijke groeten van
Annette en Jan

Na Gedser zijn we op weg gegaan naar Hesnaes, een klein haventje aan de Oostkant van Falster. Dertig  jaar geleden waren we daar ook al eens geweest en toen ´s morgens heel vroeg vertrokken wegens ongunstige golfslag in de haven door de zuidenwind. Nu was het echter rustig en als enig zeiljacht lagen we daar om drie uur  aan de kade. Maar langzaamaan  kwamen er toch wat bootjes bij.  De volgende morgen, 16 juni, kletterde de regen op de boot en we besloten dus maar lekker te blijven liggen. Er gingen wat boten weg en er kwamen wat bij, waaronder de Induna van Hennie en Lisca, kennissen van G en R, die we al eerder ontmoet hadden. Gezellig bij hen geborreld en daar de weersvoorspellingen er beroerd uitzagen, zijn we ook de 17e blijven liggen. Die dag van de gelegenheid gebruik gemaakt om een dokter te zoeken voor de rode uitslag in de lies van Annette die maar niet ophield. Navraag bij viskiosk en visafslag leverde als informatie op dat een dokter op het strand bezig was . Daar naar toe en de man beloofde met een kwartiertje even langs te komen. Aldus geschiedde, Annette liet spontaan haar broek zakken, de dokter keek even en zei dat het niet gevaarlijk was. Adviseerde ons naar Nykobing te gaan, bij het ziekenhuis lang te gaan en daar zouden we medicijnen krijgen. Zo gezegd zo gedaan , met de bus op pad en naar het ziekenhuis alwaar men zei ons niet te helpen. Zij deden alleen ongelukken. We kregen het adres van een dokter in de buurt en daar werden we uitermate prettig geholpen door een Nederlands sprekende receptioniste. Ook de dokter was erg aardig en nam alle tijd en gaf een recept voor een medicijn. Een schimmel teisterde de bootsman, dus rap naar de apotheek en daar verkocht men ons een tube miconazolniyraat. Die hadden we ook aan boord dus de hele exercitie was niet nodig geweest. De eerste dokter vroeg nog wat we aan boord hadden aan medicijnen. Nu hebben we in elk geval een verse voorraad en de schimmels zullen ons niet klein krijgen. Het weer voor zaterdag ziet er goed uit dus we gaan morgen weer verder.

Zaterdag , 18 juni, zitten we gezellig met de buren te borrelen en te eten. Omdat er een flinke bui valt gaan we binnen zitten en de verrassing is het groot als Gerard ineens op de boot tikt. Zij waren bij Gedser en kregen daar ook een flinke bui en besloten maar door te varen. De meeste boten hebben we de haven binnen zien komen, maar  de Foxy Lady hebben we gemist.
Zondagmorgen, klettert er nog steeds regelmatig een bui op ons  bootje dus we maken geen haast. We blijven nog een dag lekker liggen. Maar maandag begint het toch te kriebelen en vertrekken we naar Klintholm. We zeilen samen op met de Foxy Lady, maar die zeilen als Duitsers met alleen de genua, dus  gaan we er langs. Pittige wind met vlagen van  6 B. Alleen mensen met een groot hart zetten nu hun grootzeil, zei Gerard na aankomst. Dinsdag , de 21e en dus de langste dag , zouden we blijven liggen, maar het weer was zo lekker dat we een trip gemaakt hebben naar Rodvig. Heel lekker gevaren en een leuke plek in de vissershaven voor 150 kronen en een steiger vol meeuwenstront. Dat hebben ze goed geregeld in Denemarken, de klanten bedienen zichzelf en rekenen ook zelf af.
Van Rodvig zijn we soepel naar Dragoer gezeild, ool hier alles met een lopend windje. De dag daarop, donderdag de 23e, zijn we naar Kopenhagen geweest. Onderweg in de bus kreeg Annette hevige pijn in haar schouder en arm. We hebben nog wat rondgelopen, maar de pijn werd erger en we zijn opzoek gegaan naar een drogist en Ibrupofen gekocht. Dat hielp niet veel. Toen maar terug gegaan omdat het weer ook niet beter werd. Wel nog door een mooie designwinkel gelopen waar meer te koop was dan we nodig hadden. 's Nachts sliep Annette goed maar toen ze opstond en weer ging bewegen kwam de pijn in alle hevigheid terug. Op pad naar een dokter, die was niet te ver weg maar men wilde ons niet helpen, te druk en ik, Jan Lul,  liet mij wegsturen naar een andere, maar een vrouw die daar stond zag dat Annette stikte van de pijn en waarschuwde een andere assistente en die  zette ons in een kamertje en zei dat de dokter wel zou komen maar dat het wel even kon duren. Annette werd plat gelegd want ze dacht aanvankelijk dat het haar hart was door de pijn  in de linkerarm. De dokter kwam en voelde goed  en kwam tot de conclusie dat hier sprake was van  verrekte  spieren en gaf  twee injecties op plaatsen waar volgens haar de oorzaak zat. Ook nog een recept voor Iboprufen en een spierverslapper en daarmee togen wij weer bootwaarts. De injecties en de medicijnen leken niet al te veel te helpen, maar er trad toch wel een heel lichte verbetering op. 's Avonds heeft de kapitein de bootsman  gemasseerd en dat gaf ook lichte verbetering. Midalgan en medicijnen moeten nu vannacht de rest doen.
Zaterdag 25 juni
Het effect is niet wat we gedacht hadden. Wat nu? Misschien dat een fysiotherapeut wat kan bieden. Bij de buurman in de haven wordt geïnformeerd en hij vraagt waarom we die nodig hebben. Na uitleg zegt hij naar huis te gaan en iets op te zoeken. Hij woont vlakbij. Als hij terugkomt zegt hij dat hij klaar staat met de auto om ons naar Kopenhagen te brengen. Daar is een ziekenhuis dat 24 uur open is en van alles biedt. Wij nemen zijn aanbod aan en belanden op een soort 1e hulp afdeling. Rigoureuze aanpak, patiënt plat op bed, uitgebreide vragenlijst, ECG, bloedonderzoek, medische arts er bij, fysieke arts, en die komen tot de conclusie dat het niet haar hart is, hoogstwaarschijnlijk een spier en heel misschien een zenuw. Advies: spierverslapper verdubbelen, warm houden, masseren en Tijgerbalsem.
Op weg naar huis met de bus treffen we een Nederlands sprekend meisje dat ons de juiste bushalte aanwijst. Het lopen gaat met ontzettend veel pijn. Omdat het geldapparaat van de chauffeur stuk is, mogen we gratis mee. Hoeveel geluk kun je hebben?

Maandag 27 juni besluiten we op pad te gaan naar Rodvig , onderweg blijkt dat het allemaal moeizaam en pijnlijk gaat. We liggen daar weer op dezelfde plek als de vorige keer. Dinsdag naar Vordingborg en het besluit genomen dat Annette naar huis moet.
Bezoek aan de fysiotherapeut heeft nl. geen effect en hij vermoedt ook iets met een zenuw en gaat daar niet aan sleutelen.
Woensdag de FBTO gebeld, doorverbonden met hun alarmcentrale en daar vertelde men de zaak door te geven aan Menzis en dat betekent dat de ANWB de zaak voor repatriëring overneemt. Laura Faasen zei: ANWB=Menzis, dossiernummer: XXXXXXXXX. We zijn een paar keer teruggebeld met o.a. het verzoek  een verkaring van de fysiotherapeut door te faxen. 's Avonds bericht van de ANWB , telnr.: +31XXXXXXXXXX, dat ze op op de fax wachtten en dat de repatriëring van de boot niet hun zaak was.
Donderdag 30 juni, verklaring opgehaald bij de fysiotherapeut en een fax gezocht. Bij de Jylske Bank naar binnengelopen en uitgelegd wat het probleem was en hoewel ze die service normaal niet verleenden, werd ik toch geholpen.
Al met al ben je dan een uur onderweg.
Vervolgens de FBTO gebeld en die gingen er mee akkoord dat wij zelf de repatriëring van de boot regelen, ze stelden het zelfs erg op prijs. Ingrid Tjepkema, tel: 058XXXXXXX, gaf alle medewerking en zegde toe niet kinderachtig te doen over de kosten die extra gemaakt worden. Ze heeft een  een schadenummer aangemaakt: QBXXXXX

Zaterdag 2 juli komen Marjo en Kees. We eten gezellig met z'n allen aan boord en de volgende morgen vertrekken ze met Annette naar Nederland . Iedereen had die nacht goed geslapen dus ze begonnen fit aan de reis. Ik ging nog even tukken en toen bleek er een SMS'je te zijn gekomen dat ze al heel snel op de boot zaten. Ook de  rest van de reis verliep rustig en om half vier kwam er al een telefoontje dat iedereen goed thuis gekomen was. Die zondag was het heel rustig aan boord. Stil, kun je wel zeggen. Maandag alles aan boord in orde gemaakt en Wim om 19.00 uur van de trein gehaald. Exact op tijd rolde de Intercity binnen. De volgende morgen vertrokken we met heel rustig weer naar Spodsbjerg, vrijwel alles gemotord. Woensdag met een pittige oostenwind naar Kiel, dat ging zo goed dat we meteen doorvoeren naar Rendsburg en 's avonds hebben we in de stad gegeten. Riverside was vol. Wim slaapt prima aan boord en het loopt allemaal op rolletjes. De tocht door het kanaal gaat rustig alleen krijgen we een flinke bui  te verwerken. In Brunsbüttel een mooi plekje, ik dacht dat het gratis was, maar 's morgens kwam er toch een havenmeester die 10 eurootjes wilde hebben.
Vrijdag 8 juli over de Elbe naar Cuxhafen met het plan zaterdag door te varen maar dat gaat niet door wegens de verwachte SW-wind.
Zaterdag en zondag blijven we dus in de haven liggen, wandelen wat rond en eten lekker. Het ideale reisschema zegt dat we zondagavond moeten vertrekken en dat doen we dus dan ook. Zo rond hoogwater als de stroom nog wat tegenloopt gaan we de Elbe op. Het is zo goed als windstil en het is een prachtige avond. De motor doet het werk en we blijven samen wakker tot de mondingen van de Jade en de Weser.
Het is vrij rustig en er hoeft maar een keer te worden uitgeweken voor een schip. Na dit ankergebied wordt er koers gezet naar de boei Osterems op 55 mijl en de stuurautomaat klaart de klus prima. In de ochtend komen we daar aan en daarna nog 28 mijl naar het Westgat bij Schiermonnikoog. We komen daar net na de kentering dus we spoelen zo naar binnen en om 15.00 liggen we in de sluis. De sluiswachter hield de brug keurig voor ons open, die wist natuurlijk dat er twee heren aankwamen. Ook de sluiswachter bij Dokkummer Nieuwe zijlen wist hoe het hoorde en door dit alles lagen we 's avonds om half acht in Birdaard aan de kade. Eitje gebakken, hammetje erdoor en om tien uur lagen we in de koffer.
Dinsdag 12 juni stonden we volledig verkwikt op en maakten geen haast omdat de bakker pas om 09.00 openging . Het brood werd echter pas om 9.15 gebracht zodat geduld een schone zaak werd. Rustig ontbeten, op ons gemak naar Leeuwarden waar de bruggen uiterst soepel draaiden en om 14.30 lagen we voor de sluis in Harlingen. Na de sluis afgemeerd aan een sportvisser om op het juiste tij te wachten. Toch drie kwartier te vroeg vertrokken en we hobbelden over de Boontjes. Om half zes door de sluis bij Kornwerderzand om vervolgens met een bloedgang naar Den Oever te zeilen. Het aangekondigde slechte weer was wat eerder gekomen. Een en ander had tot gevolg dat we weliswaar zeer snel in de box lagen maar ook nog zeiknat werden.
De pikhaak viel voor de box nog overboord en die moest dus ook nog gered worden hetgeen met enige moeite lukte. Auto opgehaald uit de loods, spullen opgeladen en boot min of meer netjes achtergelaten. Om kwart voor elf was Wim thuis en om kwart over elf deed de bootsman de huisdeur voor haar kapiteintje open.